Stappen voor het veilig toedienen van medicatie
Het veilig toedienen van medicatie is een essentieel onderdeel van goede zorg. Als zorgmedewerker ben je verantwoordelijk voor de toediening van medicijnen wanneer een cliënt dit zelf niet kan of de verantwoordelijkheid hiervoor niet meer kan dragen. Om fouten te voorkomen, is het belangrijk om altijd te werken volgens de geldende richtlijnen voor medicatieveiligheid en het medicatieproces zorgvuldig uit te voeren.
Bij het toedienen van medicijnen zijn de volgende punten van groot belang:
-
Bereid medicatie altijd voor volgens voorschrift. Houd je aan de aanwijzingen van de arts of apotheker en volg interne protocollen strikt op.
-
Werk geconcentreerd en ongestoord. Het klaarmaken van medicatie vereist volledige aandacht. Beperk afleiding tot een minimum om fouten te voorkomen.
-
Gebruik waar mogelijk een geneesmiddelendistributiesysteem (GDS), zoals een medicatierol. Dit systeem wordt vooraf gevuld door de apotheek en maakt het risico op uitzetfouten kleiner. Let op: niet alle medicijnen zijn geschikt voor GDS.
-
Als je medicatie handmatig moet uitzetten, zorg dan dat de geneesmiddelen duidelijk herkenbaar blijven tot het moment van toediening. Laat tabletten bijvoorbeeld in de originele blisterverpakking zitten tot gebruik.
Een veelvoorkomende handeling is het malen van tabletten of openen van capsules. Dit mag je echter nooit op eigen initiatief doen. Alleen een arts of apotheker mag bepalen of een medicijn op deze manier mag worden aangepast. Sommige medicijnen verliezen namelijk hun werking, of kunnen zelfs schadelijk worden bij foutief gebruik. Raadpleeg dus altijd een bevoegde professional voordat je medicatie wijzigt.
Vier kritieke stappen in veilig medicatiebeheer.
Een goed ingericht medicatieproces bestaat uit vier essentiële onderdelen: opslag, distributie, toediening en registratie. Logimedical ondersteunt zorginstellingen met slimme oplossingen die deze stappen veiliger, efficiënter en overzichtelijker maken — met als doel het minimaliseren van risico’s en het verhogen van medicatieveiligheid.
1. Opslag van medicatie
Een veilige, georganiseerde opslag van medicijnen — zoals opiaten, werkvoorraden en gekoelde medicatie — is essentieel binnen elke zorgorganisatie. Door kleinere voorraden neemt de omloopsnelheid toe en groeit het risico op misgrijpen. Logimedical biedt beveiligde opslagoplossingen die zijn afgestemd op de werksituatie. Medicatie blijft zo toegankelijk voor bevoegde medewerkers, maar beschermd tegen fouten en verlies.
Lees meer over veilige medicijnopslag
2. Distributie tijdens medicatierondes
Tijdens medicatierondes of intern transport is het van belang dat medicatie goed is beveiligd. Alleen geautoriseerde zorgverleners mogen toegang hebben, terwijl het werktempo behouden blijft. Onze medicijnwagens met elektronische sloten en toegangsregistratie zorgen voor optimale controle én gebruiksgemak tijdens de distributie.
Lees meer over medicatiedistributie
3. Toediening van medicatie
De toediening van medicatie is een kritieke stap die alleen mag worden uitgevoerd door bevoegd en bekwaam personeel. Logimedical biedt ondersteunende oplossingen die veiligheid combineren met gebruiksgemak. Dit helpt zorgverleners om ook in drukke situaties gecontroleerd en zorgvuldig te blijven werken.
Lees meer over medicatietoediening
4. Registratie en verantwoording
Een betrouwbare registratie van medicijngebruik is onmisbaar voor overdracht, verantwoording en patiëntveiligheid. Onze systemen registreren automatisch welke medicatie is toegediend, aan wie, wanneer en door wie — zonder dat dit extra administratieve druk oplevert voor zorgpersoneel.
Lees meer over automatische medicatieregistratie
Afspraken over medicatieondersteuning: klaarzetten, aanreiken of toedienen?
Wanneer een cliënt ondersteuning nodig heeft bij het gebruik van medicatie, is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken over de vorm van die hulp. In de praktijk wordt vaak onderscheid gemaakt tussen klaarzetten, aanreiken en toedienen van medicatie. Elke handeling heeft daarbij een andere verantwoordelijkheid en mate van betrokkenheid van de zorgverlener.
Bespreek samen met de cliënt én collega’s welke vorm van medicatiehulp nodig is, en wat deze concreet inhoudt voor de betreffende cliënt. Leg deze afspraken zorgvuldig vast in het zorgdossier. Denk hierbij aan vragen zoals:
-
Wat betekent “klaarzetten” precies in deze situatie?
-
Welke handelingen vallen onder de verantwoordelijkheid van de zorgverlener?
-
Wat is de rol en verantwoordelijkheid van de cliënt zelf?
Elke afgesproken handeling moet per keer worden afgetekend op de toedienlijst. Heb je bijvoorbeeld afgesproken om medicatie klaar te zetten? Dan registreer je deze handeling zodra je dat hebt gedaan.
Belangrijk is om de situatie regelmatig te blijven observeren. Vraag jezelf af of de afgesproken vorm van ondersteuning nog passend is, of dat een herbeoordeling nodig is. De behoeften van een cliënt kunnen immers veranderen — en daarmee ook jouw rol in het medicatieproces.
Wijzigingen in medicatie: hoe ga je hiermee om?
Een arts of voorschrijver kan een medicatievoorschrift wijzigen. Het is dan belangrijk om te weten hoe dit wordt verwerkt in de medicatie die jij toedient, en op de toedienlijst.
Bij losse medicatie gelden de procedures van de organisatie. De apotheek levert bij een wijziging een nieuwe toedienlijst mee, of maakt deze digitaal beschikbaar via het Elektronisch Voorschrijf Systeem (EVS). Ook bij het stopzetten van medicatie moet de arts dit melden aan de apotheek. In avond-, nacht- of weekenddiensten is een nieuwe lijst niet altijd direct beschikbaar. In dat geval kunnen afspraken gemaakt worden over tijdelijke oplossingen, zoals een etiket op de bestaande toedienlijst. Zorgmedewerkers schrijven zelf geen medicatie bij op de lijst — dat is foutgevoelig en risicovol.
Bij wijzigingen in een GDS-systeem (zoals een Baxterrol) ligt de verantwoordelijkheid bij de apotheek. Alleen in uitzonderlijke situaties mag een zorgmedewerker hierin wijzigen. Ook hier hoort een nieuwe toedienlijst bij elke wijziging.
Voorbereiding op het veilig toedienen van medicatie
Medicatie mag alleen worden toegediend als je daarvoor bevoegd én bekwaam bent. Gebruik altijd een actuele toedienlijst die is aangeleverd door de apotheek.
Let bij het toedienen extra op:
-
Losse medicatie
-
‘Zo nodig’ medicatie
-
Wijzigingen in voorschriften
-
Medicatie op afwijkende tijdstippen
Voor medicijnen met wisselende doseringen, zoals insuline, wordt vaak gewerkt met aanvullende doseerkaarten naast de toedienlijst.
Bij voorbehouden of risicovolle handelingen (zoals injecties) is een schriftelijke opdracht van de arts vereist. Controleer vóór toediening altijd de toestand van de cliënt. Bij twijfel: overleg met een arts of stel toediening uit.
Controle bij het veilig toedienen van medicatie
Controle bij medicatietoediening
Voordat je medicatie toedient, is zorgvuldige controle essentieel voor veilige medicatieveiligheid.
Bij losse medicatie controleer je:
-
De juiste cliënt
-
Het juiste medicijn
-
De juiste dosering
-
Het juiste tijdstip
-
De juiste toedieningsvorm
Bij medicatie uit een medicatierol (GDS):
-
Komt het aantal tabletten overeen met de toedienlijst?
-
Komt de informatie op het etiket overeen met de gegevens in het dossier?
Bij afwijkingen of twijfel: neem altijd contact op met de apotheek of arts, volgens de richtlijnen van je organisatie.
Voer indien nodig een dubbele controle uit, zoals afgesproken binnen het team.
Dien de medicatie pas toe wanneer alle gegevens gecontroleerd en correct zijn.
Dubbele controle bij risicovolle medicatie
Het werken met medicatie brengt risico’s met zich mee. Fouten kunnen niet alleen schade toebrengen aan de cliënt, maar ook gevolgen hebben voor jou als zorgmedewerker. Daarom is bij bepaalde risicovolle medicatie een dubbele controle verplicht. Het helpt de kans op fouten te verkleinen — hoe zorgvuldig je ook werkt, een vergissing is snel gemaakt.
Wanneer is dubbele controle nodig?
Dubbele controle is vereist bij:
-
Losse risicovolle medicatie (dus niet verpakt in een GDS zoals een medicatierol)
-
Medicatie met een smalle doseringsmarge, zoals insuline en chemotherapie
De KNMP (apothekersvereniging) heeft een landelijke lijst met medicatie die extra risicovol is bij foutieve dosering. Zorgorganisaties maken in overleg met de apotheek afspraken over welke middelen dubbel gecontroleerd moeten worden. Soms wordt dit op de toedienlijst gemarkeerd.
Let op: opiaten staan niet op deze lijst. Ze hoeven dus niet standaard dubbel gecontroleerd te worden, maar organisaties kunnen ervoor kiezen dit wél te doen vanwege het risico op misbruik. Hiervoor gelden aparte regels voor opslag en beheer.
Wie voert de dubbele controle uit?
Wie de dubbele controle mag doen, is afhankelijk van het beleid van de organisatie. In principe geldt:
-
Cliënt of mantelzorger mag de controle uitvoeren als hij/zij daartoe in staat is.
-
Als dat niet mogelijk is, wordt de controle uitgevoerd door een bevoegde collega, op locatie of digitaal (bijv. via beeldbellen).
Degene die de controle doet moet:
-
Bekwaam zijn om risicovolle medicatie te controleren
-
Weten wat gecontroleerd moet worden
-
De controle serieus en met volledige aandacht uitvoeren
Dubbele controle is méér dan een formaliteit — het is een essentiële schakel in medicatieveiligheid.
Zelftest medicatieveiligheid
Wil je snel en eenvoudig testen hoe je presteert op het gebied van medicatieveiligheid? Doe dan nu de gratis online zelftest van Logimedical. Deze korte e-learning of mini-cursus geeft je direct inzicht in wat je al goed doet — én waar nog verbeterpunten liggen.
De zelftest medicatieveiligheid is geschikt voor alle zorgprofessionals: van verzorgende tot verpleegkundige. Zo werk je actief aan het verhogen van patiëntveiligheid én je eigen deskundigheid.
Start de test en ontdek jouw score.

Heeft u vragen?
Wij ontvangen ze maar al te graag.
"*" geeft vereiste velden aan